Wat bedoeld men met de sleutelervaring ‘Hoeveelheid’?
Vanaf baby ontdekt het kind dat dingen blijven bestaan als ze niet in het zicht zijn.
Door dit te ontdekken betekent ook dat je met deze dingen van alles kunt doen: sorteren, rangschikken en tellen. Ze zetten een aantal autootjes op een rij. Die auto’s kunnen dan weer geteld worden. Het op een rij zetten (sorteren, rangschikken) valt onder de sleutelervaring ‘Classificatie’
Deze sleutelervaringen gaan vaak hand in hand. Het ontluikend getalbegrip hangt samen me het leren begrijpen van de een-op-een-relatie. Bij elk voorwerp dat gerangschikt wordt wordt een andere voorwerp gelegd. Bijvoorbeeld bij vier hondjes horen vier poesjes. Zo ervaren de kinderen dat er even veel, meer of minder van de poesjes is. Jonge kinderen moeten uit ervaring (lees: spelend leren) ontdekken dat een hoeveelheid niet veranderd/anders wordt als de voorwerpen dichterbij elkaar worden gelegd of kleiner zijn.
Kijk hier naar een filmpje voor een voorbeeld.
Aan het begin van het filmpje zie je een kind dat eerst aangeeft dat beide rijen evenveel munten hebben. Nadat in één rij de munten uit elkaar zijn gelegd wijst het kind deze rij aan als ‘meer’.
(Tekst , gebaseerd op en uit: Actief leren, handboek voor begeleiders en leerkrachten van jonge kinderen, uitgegeven door Thiememeulenhoff)
Ik verzamelde activiteiten en materiaal ideeën waarbij je met de peuters kunt oefenen met deze sleutelervaring. Sommige activiteiten doe je vast al met de peuters tijdens het dagelijkse
programma. Andere kun je doen tijdens het speelwerken of speelleren in de kleine – of grote groep.
Voor alle activiteiten geldt dat het belangrijk is om taal gebruiken zodat je de activiteit voor de peuters ‘ondertiteld’. Een oudere peuter zal zelf ook gaan benoemen wat het ziet, doet en ervaart.
Als activiteit tijdens het speelwerken:
* In de Bouwplaats:
– Oude sjoelstenen
– 10 houten huizen (van bijv. houten blokken) huisnummers erop
– Meetlint, rolmaat
* In Ministad:
– Grote dobbelstenen
– Rekenrekje
* In de Ontdekhoek:
– Natuurmateriaal zoals: kastanjes, eikels, stenen, schelpen, etc.
– Eierdozen om in te sorteren en tellen
– Balans/Weegschaal
* In het Huis:
– Nepgeld
– Keukenweegschaal
– Personenweegschaal
– Wegen van levensmiddelen: bonen, pasta, rijst, etc.
– Winkeltje spelen en de artikelen een prijsje geven en dan afrekenen bij de kassa
– Rekenmachine
Als activiteit in de kleine groep:
* Tellen met knopen, plastic doppen, etc.
* Tellen met afbeeldingen van dobbelsteenstructuur, vingerstructuur
* Tellen met dobbelstenen
* Door een spiegeltje materialen laten verdubbelen
* Gekleurde bakjes om in de sorteren en tellen
* Een doos met bijvoorbeeld: 1 auto, 2 blokjes, etc.
Als activiteit in de grote groep:
* Tellen of turven van aantallen (bijvoorbeeld wie heeft welke soort schoenen aan)
* Een hinkelbaan met cijfers
* Meten van deuren, ramen, lengte kinderen, voeten, etc.
* Meten van gevallen sneeuw of regen
* Wegen van kind met rugzak met inhoud en zonder, met en zonder schoenen
* Wegen in de supermarkt (samen appels kopen bijvoorbeeld)
* Aftelkalender (hoeveel dagen nog tot het Sinterklaasfeest?)
* Tellen aantal kinderen en aantal juffen