Initiatief/Sociale relaties
– Dokterspost:
Maak een dokterspost in ‘het Huis’. Leg er bijvoorbeeld een dokterskoffer in maar
ook verband en pleisters. Je kunt ook onderdelen van het consultatiebureau in deze
hoek neerleggen/hangen: een oogtest zoals ze op het consultatiebureau doen (overleg met
je eigen wijkverpleegkundige welke dat is), een meetlat en een weegschaal

Beweging
– Hamertje tik:
Zoek op internet een afbeelding van een skelet van een mens. Ik vond, helaas, geen rechtenvrije afbeelding die ik hier kan delen. Knip het in delen: armen, benen, hoofd, etc. Lamineer de delen en maak kleine gaatjes in de delen waar de spijkers in kunnen. Laat de kinderen een skelet timmeren op het kurkje van hamertje tik.
– Tanden poetsen:
Print de download uit en lamineer het. Teken nu met whiteboardmarker vlekjes op de tanden in de mond. De peuters kunnen nu met een tandenborstel (en een beetje water) de tanden weer mooi wit poetsen.

Creatieve representatie
– Wimper plakken:
Print het oog in de download. Laat de kinderen wimpers knippen en deze op het oog plakken. Voor deze activiteit kun je bij elkaar en bij je zelf (met een spiegel) ontdekken dat iedereen wimpers heeft. Wat zijn dat eigenlijk wimpers? En hoeveel wimpers heb je?
Download hier het document ‘Wimpers plakken’
– Haren plakken:
Print de hoofd van de baby en laat de peuters er stukjes wol op plakken. Zorg voor wol in verschillende kleuren. Kijk eerst met elkaar welke kleur haar iedereen in de groep heeft. En welk soort haar heb je; glad haar, krullen, lang haar, kort haar.
Download hier het document ‘Haren plakken’
– Kleikaarten lichaam:
De documenten van de tanden, het oog, de baby kun je ook gebruiken als kleikaarten. Kinderen kunnen dan met klei zelf het haar, wimpers toevoegen. Of de klei op de tanden plakken.

Seriatie
– Botten:
Download de botten en lamineer ze. Leg ze samen met de peuters van groot naar klein
Download hier het document ‘botten’
– Schoenen:
Doe allemaal je schoenen uit en kijk met elkaar wie grote en kleine voeten heeft. Leg dan alle schoenen bij elkaar. Start met twee paar schoenen en leg ze om en om. Lukt dat? Probeer het dan met drie paar schoenen.

Ruimte
– Lichaamsdelen:
Print de lichaamsdelen uit de blog (zie link) en maak er een dobbelsteen spel van.
Weet jij waar het lichaamsdeel zit dat net gegooid is?
Klik hier voor de link van de blog op jufmaike.nl
– Ontdekbak:
Vul de ontdekbak met een vulling naar keuze (zand, rijst, kippenvoer, zout, etc.)
Gebruik de lichaamsdelen uit de vorige activiteit, lamineer ze en leg ze in de ontdekbak.
In dezelfde blog op jufmaike.nl kun je de volledige afbeelding terug vinden bij activiteit nummer 4.
Print deze afbeelding en hang het op bij de ontdekbak. De peuters kunnen nu de lichaamsdelen in
de bak zoeken en kijken of ze weten hoe het lichaamsdeel heet en of ze het kunnen vinden op de afbeelding of bij zichzelf.
– Omtrekken lichaam:
Omtrek samen met de peuters een van de peuters en ga samen op zoek naar de lichaamsdelen. Schrijf het lichaamsdeel erbij of plak de afbeeldingen van de lichaamsdelen van de activiteiten ‘Lichaamsdelen’ erbij.

Classificatie:
– Zoek hetzelfde:
Print de download met de ogen, neuzen, oren en monden, knip de kaartjes los en lamineer ze. Je kunt nu verschillende activiteiten doen met de kaarten:
* Memory: Print de kaarten dubbel en speel een potje memory. Voor de jongsten kinderen kun je de kaarten open op tafel leggen. Voor de kinderen die al spelletjes met eenvoudige regels kunnen kun je de kaarten omdraaien. Zoek hetzelfde plaatje. Waar zitten de ogen in jouw gezicht? En bij de andere kinderen?
* Neerleggen: Laat de foto’s op de juiste plek leggen op de omtrek die jullie bij sleutelervaring ‘ruimte’ hebben gemaakt.
* Dobbelsteen: Stop 6 plaatjes in een vakjesdobbelsteen en rol. Iedereen wijst het wat hij/zij ziet bij zichzelf aan.
* Dezelfde zoeken: Print het document meerdere keren uit en zoek dezelfde plaatjes bij elkaar. Alle neuzen, alle ogen, etc. Niet elke neus is dezelfde dus goed naar de plaatjes kijken welke neus bij welk stapeltje hoort!
Download hier het memoryspel:

Tijd
– Bewegen:
We gaan lichaamsdelen bewegen. Welke lichaamsdelen kunnen we bewegen? Gebruik een muziekinstrument om tijdens de muziek te bewegen. En te stoppen als de muziek stopt. Als de muziek snel gaat dan beweeg je snel. Als de muziek langzaam gaat beweeg je langzaam. Kies dan weer een andere lichaamsdeel om te bewegen.

Taal
– Versje:
Oefen dit versje met je peuters:
Mijn duim is dik, mijn pink is klein (duik en pink aanwijzen)
3 vingers willen groter zijn ( 3 middelste vingers laten zien)
Mijn pink is klein, mijn duim is dik (pink en duim aanwijzen)
maar hun baasje dat ben ik (wijzen naar jezelf)
– Boekenlijst:
Hier vind je een boekenlijst met prentenboeken in het thema: Mijn lichaam
Klik hier voor een lijst met boeken

Hoeveelheid
– Meten en wegen:
Gebruik de meetlat en de weegschaal om de kinderen te meten en te wegen. Benoem de getallen en laat ze elkaars lengte met elkaar vergelijken (door ze rug aan rug tegen elkaar te meten)
Download het themaboekje en schrijf daarin de resultaten. Vul het boekje aan door de activiteiten die hierboven zijn gedaan erbij te voegen. Maak ook de afdrukken van de voeten en handen en laat de peuter een tekening van zichzelf maken.
Download hier het themaboekje:

– Tellen:
Bedenk samen welke lichaamsdelen we allemaal hebben? Hoeveel heb je van deze lichaamsdelen? Tel samen bijvoorbeeld de oren, de tenen, de benen, etc.

Muziek
– Liedje:
Er zijn veel liedjes rond het thema (mijn) Lichaam
Klik hier voor de liedjes
– Instrumenten:
Met lichaamsdelen kun je ook muziek maken. Bedenk samen hoe je geluid kunt maken met bijvoorbeeld je voeten, je vingers, je lippen, etc.

Downloads